Wanneer Anton een schuld aan Bram heeft van 150 euro en Bram heeft een schuld aan Anton van 100 euro, zullen ze die beiden moeten inlossen. Natuurlijk Anton dan 150 euro aan Bram geven, waarna Bram er 100 teruggeeft, maar meestal zal worden geconcludeerd dat Anton er 50 moet betalen en Bram niets. Hier vindt verrekening plaats.
Verrekening is ook een wettelijk recht. In dit artikel wordt beschreven wanneer iemand mag verrekenen, wanneer dat niet mag, hoe verrekening precies in zijn werk gaat en wat de gevolgen daarvan zijn.
Verrekening
Verrekening in het bovenstaande voorbeeld wordt ‘automatisch’ gedaan: het is logisch. In het recht gaat dit niet automatisch, maar moet er een beroep op worden gedaan (zie hierna).
Het verrekenen van vorderingen is juridisch gezien ook mogelijk wanneer een van beide partijen het niet eens is met verrekening. Het gaat erom dat aan alle voorwaarden voldaan is. Is dat het geval, dan is verrekening altijd mogelijk, ook als de wederpartij dat eigenlijk niet wil.
Manier van verrekening
Vroeger vond verrekening ‘van rechtswege’ plaats. Dat hield in dat er wettelijk gezien automatisch werd verrekend op het moment dat er mogelijkheid toe was. Probleem hierbij was, dat een schuldenaar die niet wist dat verrekening had plaatsgevonden alsnog zou betalen en daardoor dan een vordering uit onverschuldigde betaling verkreeg op de wederpartij. Deze regeling was soms problematisch, maar vooral onhandig.
In het huidige recht moet een beroep worden gedaan op verrekening (door middel van een verrekeningsverklaring), wil verrekening plaatsvinden. Deze verklaring is ‘vormvrij’ en mag in elke vorm geschieden. De verklaring tot verrekening mag dus mondeling geschieden en kan zelfs worden opgemaakt uit een schuldenaar die zich gedraagt alsof hij de schuld heeft verrekend. Uitzondering hierop betreft verhandelbaar waardepapier, daar moet wel altijd schriftelijk worden verrekend.
Uitzondering op de manier van verrekening in zijn algemeen is de rekening-courant die vrijwel iedereen bij zijn bank aanhoudt: deze wordt wel van rechtswege verrekend. Is er een positief saldo, dan worden eventuele afboekingen direct verrekend daarmee en gaat het saldo omlaag. Is er een negatief saldo, dan worden bijboekingen ook direct verrekend en gaat het saldo omhoog.
Voorwaarden verrekening
Niet elke schuld komt in aanmerking voor verrekening. Die mogelijkheid is er enkel wanneer aan een aantal voorwaarden is voldaan.
Allereerst moeten partijen elkaar schuldenaar zijn (wederkerigheid). Deze voorwaarde is logisch: wanneer er geen vorderingen over en weer zijn, kan er uiteraard ook geen verrekening plaatsvinden. Ook het verrekenen van een schuld van een wettelijk vertegenwoordiger aan een derde (bijvoorbeeld curator, ouder of voogd) met een vordering die de vertegenwoordigde heeft op die derde is niet mogelijk. Wanneer een vordering is overgedragen aan een derde, is verrekening ook mogelijk volgens de wet zolang de vorderingen maar uit dezelfde rechtsverhouding zijn ontstaan, ondanks dat er dan geen wederkerigheid meer is.
Daarnaast moet de schuldenaar bevoegd zijn om de schuld te betalen. Minderjarigen, personen die failliet zijn of personen die onder curatele zijn gesteld zijn niet bevoegd om een schuld te betalen. Zij kunnen geen beroep doen op verrekening.
Voor een geslaagd beroep op verrekening moet de vordering op de wederpartij tevens opeisbaar zijn. Wanneer A een opeisbare vordering op B heeft, maar B nog niet op A (omdat deze bijvoorbeeld pas een week later opeisbaar wordt), kan A wel verrekenen, maar B nog niet. Bij verrekening inĀ faillissement geldt deze voorwaarde niet.
Wanneer een vordering voor de rechter wordt gebracht en er door de gedaagde een beroep op verrekening wordt gedaan, moet de tegenvordering vaststaan of moet deze eenvoudig kunnen worden vastgesteld. Anders staat dit er niet aan in de weg dat de rechter de vordering toewijst. Is het niet duidelijk of er een vordering is en/of hoe groot die vordering is, dan is verrekening in beginsel niet mogelijk. Dit komt bijvoorbeeld voor bij verrekening bij betwiste vorderingen. Denk daarbij aan aansprakelijkheid die wordt betwist, bijvoorbeeld nadat een ongeval heeft plaatsgevonden. Daarbij zal verregaande bewijsvoering plaats moeten vinden en is dus geen eenvoudige vaststelling mogelijk. Verrekening is dan niet mogelijk.
Gevolgen van de verrekening
Het gevolg van de verrekening is dat met terugwerkende kracht de schulden verrekend worden op het moment dat de verrekening mogelijk was. Is er reeds rente betaald, dan werkt verrekening slechts terug tot het einde van de termijn waarover de laatste rente is voldaan.
Door het verrekenen, worden vorderingen tegen elkaar weggestreept. Een vordering van 100 euro van de ene partij tegenover een vordering van 100 euro van de andere partij, levert een saldo van 0 op. Had een van beide partijen geen 100, maar 150 euro als vordering, dan blijft er 50 euro over die nog gevorderd kunnen worden.
Niet eens met verrekening
Wanneer u het niet eens bent met de door de wederpartij ingeroepen verrekening, kunt u zich daartegen verweren. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer u de vordering van de wederpartij betwist, u uw verplichtingen hebt opgeschort of u zelf een langer terugwerkende mogelijkheid tot verrekening inroept.
Twijfelt u, dan is het altijd verstandig om een jurist te raadplegen voor advies op maat.
Verrekening – Conclusie
Verrekening gebeurt doorlopend in ons dagelijks leven. Juridisch gezien is het echter niet zo recht door zee. Er zijn veel regels voor wanneer verrekening mogelijk is, wanneer niet en welke voorwaarden op welke momenten gelden. Ook zijn er een aantal regels om tegen de verrekening op te komen.
Wanneer u verrekening wilt toepassen (in een juridisch conflict) of wanneer de wederpartij dat doet, is het verstandig om een jurist te laten kijken naar de mogelijkheden voor deze verrekening.