Wanneer een minderjarige wordt geschaad in zijn opvoeding kan in sommige gevallen ondertoezichtstelling bij Bureau Jeugdzorg plaatsvinden. Dit artikel gaat over die ondertoezichtstelling. Wat is ondertoezichtstelling? Wanneer is ondertoezichtstelling mogelijk? Wat doet Bureau Jeugdzorg bij ondertoezichtstelling? Hoe komt een einde aan ondertoezichtstelling?
Wanneer is ondertoezichtstelling bij Bureau Jeugdzorg mogelijk?
Ondertoezichtstelling is een maatregel die zowel kan gelden voor minderjarigen die onder ouderlijk gezag staan, als voor minderjarigen die onder voogdij staan.
De wet zegt dat een minderjarige die zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd (en andere middelen ter afwending daarvan hebben gefaald of zullen falen), onder toezicht kan worden gesteld van Bureau Jeugdzorg.
De ondertoezichtstelling door Bureau Jeugdzorg geschiedt door een rechter. Deze rechter kan het verzoek daartoe krijgen van een ouder van de minderjarige, van een ander die hem als behorende tot zijn gezin opvoedt en verzorgt (waaronder door zijn voogd), van de raad voor de kinderbescherming of van het Openbaar Ministerie.
De rechter zal het verzoek van een van deze partijen onderzoeken. In de tussentijd kan hij de minderjarige voorlopig onder toezicht stellen, zolang dat onderzoek gaande is. Deze voorlopige ondertoezichtstelling duurt maximaal drie maanden en kan op elk moment door de rechter worden herroepen.
Bureau Jeugdzorg bij ondertoezichtstelling
Wanneer de rechter heeft besloten tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, wordt dit uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg houdt toezicht op de minderjarige en geeft steun aan de minderjarige en aan de met het gezag belaste ouder. Het doel hiervan is de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige af te wenden.
Bij het uitvoeren daarvan zorgt Bureau Jeugdzorg dat de ouder(s) de verantwoordelijkheid voor verzorging en opvoeding zoveel mogelijk behouden. Daarnaast zorgt zij dat de gezinsband tussen ouder en minderjarige wordt bevorderd. Wanneer de minderjarige wat ouder en verder in zijn ontwikkeling is, zal Bureau Jeugdzorg zich vooral richten op het vergroten van de zelfstandigheid van de minderjarige.
Schriftelijke aanwijzingen Bureau Jeugdzorg
Om het bovenstaande voor elkaar te krijgen heeft Bureau Jeugdzorg bij ondertoezichtstelling de mogelijkheid gekregen om schriftelijke aanwijzingen te geven betreffende verzorging en opvoeding van de minderjarige. Zowel de minderjarige als de met het gezag belaste ouder zullen deze moeten opvolgen. Bureau Jeugdzorg heeft daarnaast de mogelijkheid om een minderjarige uit huis te plaatsen. Meer informatie daarover is te vinden in het artikel over uithuisplaatsing.
Zijn de minderjarige van twaalf jaar of ouder of de met het gezag belaste ouder het niet eens met de schriftelijke aanwijzing die Bureau Jeugdzorg heeft gegeven, dan kunnen ze deze binnen twee weken voorleggen aan de rechter. Deze kan de aanwijzing geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren. In de tijd tussen het indienen van het verzoek en de beslissing van de rechter blijft de schriftelijke aanwijzing gelden en moet daaraan worden voldaan, tenzij de rechter anders beslist.
De minderjarige van twaalf jaar of ouder of de met het gezag belaste ouder kunnen tevens aan Bureau Jeugdzorg vragen om een bepaalde schriftelijke aanwijzing geheel of gedeeltelijk in te trekken. Er moet dan wel sprake zijn van gewijzigde omstandigheden. Bureau Jeugdzorg geeft binnen twee weken na ontvangst van het verzoek een beslissing. Neemt Bureau Jeugdzorg geen beslissing of een te late beslissing, dan betekent dat afwijzing van het verzoek.
Einde ondertoezichtstelling
Ondertoezichtstelling door Bureau Jeugdzorg wordt door de rechter op maximaal één jaar vastgesteld. Daarna is wel de mogelijkheid tot verlenging met telkens één jaar. Dit kan worden besloten op verzoek Bureau Jeugdzorg, een ouder, een ander die de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt (waaronder de voogd), door de raad voor de kinderbescherming of door het Openbaar Ministerie.
Gaat de rechter niet over tot verlenging, dan stopt de ondertoezichtstelling na de termijn die in eerste instantie was vastgesteld. Tevens kan de rechter de ondertoezichtstelling tussentijds opheffen wanneer de grond daarvoor niet meer bestaat. Het verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling kan worden gedaan door Bureau Jeugdzorg, door de met het gezag belaste ouder en door een minderjarige die twaalf jaar of ouder is.
Dezelfde partijen als die de mogelijkheid hebben tot opheffing van de ondertoezichtstelling, kunnen ook verzoeken om de ondertoezichtstelling te laten uitvoeren door een Bureau Jeugdzorg uit een andere provincie. Deze mogelijkheid wordt bijvoorbeeld gebruikt op het moment dat de met het gezag belaste ouder en Bureau Jeugdzorg ‘niet meer met elkaar door één deur kunnen’. In sommige gevallen kan dit verzoek ook door de raad voor de kinderbescherming worden ingediend.
Ondertoezichtstelling bij Bureau Jeugdzorg – Conclusie
Wanneer een minderjarige zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd en andere middelen ter afwending daarvan hebben gefaald of zullen falen, is het mogelijk om de minderjarige onder toezicht van Bureau Jeugdzorg te stellen. Bureau Jeugdzorg helpt dan met de opvoeding en kan schriftelijke aanwijzingen geven. Deze aanwijzingen moeten worden gevolgd door de minderjarige en degene die met het gezag belast is. Ondertoezichtstelling eindigt na het aflopen van de termijn waarvoor deze is ingesteld of doordat de rechter besluit tot opheffing ervan.
Wanneer er geschillen ontstaan rondom ondertoezichtstelling of rondom het beleid van Bureau Jeugdzorg, kan het verstandig zijn om een juridisch specialist in te schakelen. Doe dit dan zo snel mogelijk: hoe eerder hij is ingeschakeld, hoe beter hij of zij zich kan voorbereiden en hoe groter de kans op een gunstige uitkomst.