Bij curatele worden de vermogensrechtelijke belangen en de belangen inzake verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding waargenomen door een curator. Wanneer iemand echter wél zijn vermogensrechtelijke belangen kan waarnemen, maar de andere belangen niet, biedt mentorschap uitkomst.
Dit artikel behandelt een aantal vragen omtrent mentorschap: Wat is mentorschap precies? Wie kan erom verzoeken? Wie wordt de mentor en wat mag hij? Hoe komt het mentorschap tot zijn einde?
Mentorschap
Bij mentorschap wordt een meerderjarige als het ware ‘onder toezicht’ van een mentor gesteld. Het gaat dan niet om zijn vermogensrechtelijke belangen, maar om belangen inzake verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
De kantonrechter besluit over de toewijzing tot een verzoek om mentorschap. Mentorschap is volgens de wet mogelijk wanneer iemand als gevolg van zijn geestelijke of zijn lichamelijke toestand niet in staat is of bemoeilijkt wordt om zijn niet-vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Ook kan mentorschap worden ingesteld wanneer er wordt verwacht dat iemand binnen korte tijd in de bovenstaande situatie zal verkeren.
Wie kan verzoeken om mentorschap?
Mentorschap is een ingrijpende gebeurtenis in het leven van iemand. Daarom kan niet zomaar erom verzoeken. Mentorschap kan worden verzocht door de persoon zelf, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of een andere levensgezel. Ook bloedverwanten in de rechte lijn en in de zijlijn tot en met de vierde graad, zijn voogd, curator of zijn bewindvoerder kunnen dit verzoeken.
Ook kan mentorschap worden verzocht door het openbaar ministerie en in sommige gevallen door een verzorgingsinstelling waar de betrokkene duurzaam wordt verzorgd.
Ten slotte kan een rechter uit eigen beweging tot mentorschap besluiten wanneer hij een verzoek afwijst om de betrokkene onder curatele te stellen.
Het verzoek tot mentorschap bij een betrokkene waarvan wordt verwacht dat hij in de toekomst niet meer zijn niet-vermogensrechtelijke belangen kan behartigen, kan enkel worden ingediend door de betrokkene zelf.
De benoeming van de mentor
Wanneer de rechter heeft besloten tot mentorschap, zal hij direct of zo spoedig mogelijk daarna besluiten wie er wordt aangewezen als mentor. Daarbij kijkt hij mede naar de vraag of de mentor die hij wil benoemen bereidwillig is om deze taak te vervullen.
Net als bij curatele het geval is, wordt de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene gevolgd, tenzij dat om gegronde redenen niet wenselijk is. In dat geval wordt de partner tot mentor benoemd. Is dat niet mogelijk, dan gaat de voorkeur naar de ouders, kinderen, broers of zusters.
Het is niet mogelijk om handelingsonbekwamen, onder mentorschap gestelden, rechtspersonen, direct betrokken of behandelend hulpverleners of de leiding of het personeel van de instelling waar betrokkene verblijft als mentor aan te stellen.
Wat mag de onder mentorschap gestelde nog zelf?
Wanneer het mentorschap is uitgesproken ten aanzien van iemand, verliest die persoon de bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten voor wat betreft zijn verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. Rechtshandelingen van deze soort die hij toch verricht zijn vernietigbaar.
Rechtshandelingen van financiële aard (vermogensrechtelijke aard) zijn wel nog te verrichten door de onder mentorschap gestelde.
Wat is de taak van de mentor?
De mentor vertegenwoordigt degene ten behoeve van wie het mentorschap is ingesteld in en buiten rechte voor wat betreft rechtshandelingen voor zijn verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. Het gaat dus om rechtshandelingen van niet-vermogensrechtelijke aard.
Daarnaast treedt hij ten aanzien van andere handelingen dan bovenstaande rechtshandelingen in plaats van de betrokkene op, voor zover de aard van de betreffende handeling dit toelaat. Ook geeft hij de betrokkene raad ten aanzien van zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard.
De mentor probeert de persoon ten behoeve van wie het mentorschap is ingesteld zoveel mogelijk bij de vervulling van zijn taak te betrekken. Hij probeert hem zelf zoveel mogelijk handelingen en rechtshandelingen te laten verrichten, voor zover de betrokkene dat redelijkerwijs zelf kan doen.
Handelingen van ingrijpende aard, waartegen de onder mentorschap gestelde persoon zich verzet, kunnen niet altijd worden doorgezet. Dit zal enkel kunnen wanneer de handeling nodig is om ernstig nadeel voor de onder mentorschap gestelde te voorkomen.
Het einde van het mentorschap
Het mentorschap eindigt wanneer de tijdsduur waarvoor het is ingesteld is verstreken of wanneer de betrokkene overlijdt of onder curatele wordt gesteld.
Ook de kantonrechter kan het mentorschap opheffen op verzoek van de betrokkene, zijn mentor of het Openbaar Ministerie. Dit kan echter alleen wanneer de noodzaak voor het mentorschap niet meer bestaat.
Mentorschap – Conclusie
Wanneer de kantonrechter het mentorschap van toepassing verklaart op iemand, verliest die persoon de bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten betreffende zijn verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. Dit is een ingrijpende beslissing voor de onder mentorschap gestelde: iemand anders (de mentor) gaat voor hem over deze zaken beslissen totdat het mentorschap ten einde is. Het mentorschap is minder ingrijpend dan de curatele, aangezien bij mentorschap de betrokkene wel nog rechtshandelingen van vermogensrechtelijke aard mag verrichten.
Wanneer iemand onder mentorschap moet worden gesteld, kan het inschakelen van een jurist zinvol zijn om het verzoek voor de rechter op te stellen. Ook wanneer mentorschap moet worden opgeheven of wanneer er ontevredenheid bestaat over de (aanvraag van) curatele kan het verstandig zijn om juridische hulp in te roepen.