Wanneer iemand gedwongen wordt om iets te doen wat hij niet wil, kan dat terecht zijn. Vrijwel niemand betaalt graag belasting en weinigen doen graag de vervelende klusjes die hun baas ze opdraagt. Dat iemand wordt gedwongen om dit toch te doen, wil niet zeggen dat er sprake is van afpersing. Wat is afpersing dan wel?
In dit artikel zal worden bekeken wat afpersing precies is volgens de wet, wat de hoogte van de straf voor afpersing is en hoe het zit met recidive en poging tot afpersing. Daarnaast wordt bekeken wat het vergelijkbare ‘afdreiging’ precies inhoudt.
Afpersing
Iemand die kan worden veroordeeld voor afpersing heeft volgens de wet met het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld, iemand gedwongen tot het doen van iets dat diegene niet wil. Dat kan het afgeven van een bepaald goed van hem of iemand anders zijn, het aangaan van een schuld, het teniet doen van een inschuld of het ter beschikking stellen van gegevens.
Kortom: iemand die voor afpersing kan worden veroordeeld moet als doel hebben om een voordeel voor zichzelf of iemand anders te behalen. Dit voordeel mag niet gerechtvaardigd zijn. Het voordeel is het afgeven van een bepaald goed, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het inlossen daarvan. De manier waarop afpersing gebeurt is door middel van geweld of bedreiging met geweld.
Pas als aan al deze voorwaarden is voldaan, kan er juridisch gezien worden gesproken van afpersing.
Afpersing tussen echtgenoten die niet van tafel en bed gescheiden zijn, is een uitzondering: daar is strafvervolging uitgesloten.
Afdreiging
Naast afpersing bestaat het vergelijkbare ‘afdreiging’. Er is sprake van afdreiging wanneer aan de voorwaarden van afpersing is voldaan, maar er geen geweld of bedreiging met geweld heeft plaatsgevonden.
De dwang is bij afdreiging afkomstig van bedreiging met smaad (het openlijk zwartmaken van iemand door beschuldiging van bepaalde feiten), smaadschrift (hetzelfde, alleen dan door openbaring van tekst of afbeeldingen) of het openbaar maken van geheimen.
In tegenstelling tot afpersing is afdreiging enkel strafbaar wanneer het slachtoffer hiervan aangifte doet, het is een zogenaamd klachtdelict. Afpersing kan ook zonder aangifte vervolgd worden door het Openbaar Ministerie. Vergelijkbaar met afpersing is wel dat afdreiging tussen echtgenoten (die niet van tafel en bed gescheiden zijn) niet strafbaar is.
De hoogte van de straf voor afpersing en afdreiging
Voor afpersing en afdreiging staan bepaalde maximumstraffen. Deze maximumstraffen zijn hoog: ze zijn vergelijkbaar met bijvoorbeeld gekwalificeerde diefstal en zware mishandeling.
Op afpersing staat een maximumstraf van negen jaar of een geldboete van de vijfde categorie (76.000 euro). Op afdreiging staat een maximumstraf van vier jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Voor beide misdrijven kan ontzetting van bepaalde rechten worden uitgesproken. Dat houdt in dat de rechter kan besluiten dat (bepaalde) ambten niet meer mogen worden bekleed, dat iemand niet meer in het leger mag dienen of dat hij niet meer advocaat of gerechtelijk bewindvoerder mag zijn.
De hoogte van de daadwerkelijke straf voor afpersing en afdreiging is afhankelijk van de ernst van het precies gepleegde feit en van de omstandigheden waaronder de afpersing of afdreiging is gepleegd. Meer informatie is te vinden in het artikel over straffen.
Strafverzwarende omstandigheden bij afpersing en afdreiging
In sommige gevallen zijn er bij afpersing of afdreiging bijzondere omstandigheden die ervoor zorgen dat de maximumstraf die de rechter kan opleggen is verhoogd. Dit zijn de zogenaamde strafverzwarende omstandigheden. De maximale gevangenisstraf voor deze delicten is hierna te vinden:
Afpersing: 9 jaar;
Afpersing gepleegd in de nacht in een woning, met meerdere personen, door middel van braak, met zwaar lichamelijk letsel of met het oogmerk een terroristisch misdrijf voor te bereiden: 12 jaar;
Afpersing die de dood tot gevolg heeft: 15 jaar.
Afdreiging: 4 jaar;
Afdreiging met het oogmerk een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken: 5 jaar, 4 maanden.
Poging tot afpersing of afdreiging
Niet alleen het voltooide misdrijf van afpersing of afdreiging is strafbaar. Ook de onvoltooide ‘poging tot afpersing’ en ‘poging tot afdreiging’ is strafbaar. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een dader die iemand via een brief wil afpersen, maar doordat de brief wordt onderschept, heeft het slachtoffer de brief nooit gekregen.
Poging tot afpersing of poging tot afdreiging zijn enkel strafbaar wanneer iemand ook is begonnen met de uitvoering van het misdrijf. Enkel het plan hebben om iemand af te persen is meestal niet voldoende. Ook wanneer iemand uit eigen goedheid besluit zijn afpersing of afdreiging niet door te zetten kan er geen sprake zijn van ‘poging tot’ en is er geen strafbaarheid.
Meer algemene informatie over dit onderwerp kan worden gevonden in het artikel over ‘poging tot‘.
Recidive: meer dan één keer afpersing plegen
Behalve een strafverzwaring door bepaalde omstandigheden of een strafverlichting doordat er sprake is van poging tot afpersing of afdreiging, kan ook recidive de straf beïnvloeden. Het meerdere malen in de fout gaan heeft invloed op de uiteindelijke straf, maar soms ook op de maximumstraf.
Wanneer er meerdere malen afpersing of afdreiging is gepleegd, moet worden bekeken of dit afzonderlijke of samenhangende gevallen waren. Wanneer er sprake is van één voortgezette handeling, blijft de maximumstraf hetzelfde, is er sprake van afzonderlijke gevallen, dan geldt als maximumstraf de normale straf die met 1/3 is verhoogd.
Ook wanneer iemand reeds is veroordeeld voor afpersing of afdreiging kan een hogere straf volgen. Dit kan zo zijn omdat een eventuele voorwaardelijke straf wordt omgezet naar een onvoorwaardelijke straf, maar ook omdat de rechter rekening houdt met het feit dat de dader kennelijk niets heeft geleerd van een eerste straf. Ook wordt de maximumstraf met 1/3 verhoogd wanneer de dader binnen 5 jaar wederom in de fout is gegaan.
Afpersing – Conclusie
Afpersing is een zwaar misdrijf: wanneer iemand met geweld wordt gedwongen tot het doen van iets dat hij niet wil (terwijl dat wettelijk niet mag), staat daar een maximumstraf van negen jaar gevangenisstraf op. Ook afdreiging wordt zwaar bestraft, al is dat met vier jaar iets minder zwaar. Wanneer er sprake is van strafverzwarende omstandigheden of recidive kan de maximumstraf nog hoger zijn en zal de daadwerkelijke straf waarschijnlijk ook hoger zijn.
Bij een (terechte én onterechte) verdenking van afpersing of afdreiging is het verstandig om contact op te nemen met een juridisch specialist, mede gezien deze forse maximumstraffen.