Wanneer een rechter een vonnis heeft gewezen, is dat regelmatig een vonnis waar een van beide partijen het niet mee eens is. De wet biedt een mogelijkheid om daar iets aan te doen: hoger beroep.
Dit artikel gaat over hoger beroep, over wat het precies is, bij welke instantie u in hoger beroep kunt en wat een mogelijkheid zou kunnen zijn wanneer u niet in hoger beroep kunt.
Waar in hoger beroep?
Waar u in hoger beroep kunt gaan hangt af van voor welke uitspraak u in hoger beroep wil gaan.
Betreft het een uitspraak van de bestuursrechter, dan zijn er drie instanties om bij in hoger beroep te gaan. Dit betreft de Centrale Raad van Beroep (voornamelijk sociale zekerheidsrecht en ambtenarenrecht), het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (voornamelijk sociaaleconomisch bestuursrecht, zoals hoger beroep voor de mededingingswet en de telecommunicatiewet) en de Raad van State (voornamelijk beslissingen en geschillen met de overheid over zaken als milieu, ruimtelijke ordening, waaronder subsidies, bouwzaken en kapvergunningen).
Betreft het een uitspraak van een civiele rechter, dan wordt hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof. Dit geldt ook wanneer het een uitspraak van een strafrechter betreft.
Termijnen en voorwaarden hoger beroep
U heeft bij elke zaak een bepaalde tijd om in hoger beroep te gaan. Hoelang dit is, hangt af van het soort zaak.
- In hoger beroep gaan tegen een uitspraak van de bestuursrechter kan in principe gedurende zes weken na deze uitspraak.
- In hoger beroep gaan tegen een uitspraak van een civiele rechter is in beginsel mogelijk gedurende drie maanden na de uitspraak. In kort geding is deze termijn korter.
- In hoger beroep gaan tegen een uitspraak van de strafrechter is mogelijk gedurende twee weken na de uitspraak.
Daarnaast is het niet voor elke zaak (direct) mogelijk om in hoger beroep te gaan. Dit geldt voornamelijk voor zaken waarbij het belang niet hoog genoeg is. Civiele vorderingen onder de 1750 euro worden niet in hoger beroep behandeld. Hoger beroep in een strafzaak die is afgedaan met een boete van minder dan 500 euro wordt eerst getoetst door de voorzitter van het Gerechtshof op haalbaarheid. Wijst deze het verzoek af, dan is hoger beroep niet mogelijk.
Bij bepaalde zaken is geen hoger beroep mogelijk omdat de wet dit expliciet aangeeft. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de uitspraak van de kantonrechter bij een ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Cassatie: In hoger beroep na hoger beroep
Wanneer u het niet eens bent met de uitspraak van de rechter in hoger beroep, kunt u niet nogmaals in hoger beroep. Dit kan in het Nederlandse recht maar één keer. Wel staat de mogelijkheid voor cassatie bij de Hoge Raad open. Bij de behandeling van de zaak wordt dan enkel gekeken of de wet correct is toegepast. Het opnieuw vaststellen van feiten wordt niet gedaan.
Wanneer de partij die in cassatie gaat in het gelijk wordt gesteld, kan de Hoge Raad zelf in de zaak voorzien (in uitzonderingsgevallen), maar meestal zal de zaak worden terugverwezen naar een Gerechtshof om een nieuwe uitspraak te doen.
Naast de ‘normale’ cassatie is het mogelijk om in een overeenkomst tussen de procespartijen af te zien van hoger beroep, maar wél cassatie toe te laten. Dit verschijnsel wordt ‘sprongcassatie’ genoemd. Sprongcassatie heeft als nadeel dat een procedure bij de Hoge Raad lang duurt, vaak duur is en dat de Hoge Raad geen inhoudelijke feiten meer vaststelt (en enkel kijkt of de wet correct is toegepast). Dit is dan ook de reden dat het niet vaak in de overeenkomst wordt opgenomen.
Geen hoger beroep mogelijk – herroeping
Wanneer er geen hoger beroep openstaat tegen een bepaald vonnis, is er in beginsel niets meer te doen en is de uitspraak in kracht van gewijsde gegaan. De uitspraak is dan definitief. Het maakt verder niet uit of de reden hiervoor het verstrijken van de termijn voor hoger beroep is, of dat het niet mogelijk was om hoger beroep in te stellen.
De enige mogelijkheid die er dan nog is, is de mogelijkheid van herroeping. Bij herroeping wordt het oude vonnis herroepen en staat de weg open voor een nieuwe beslissing. De mogelijkheid van herroeping is er echter alleen wanneer er sprake is van bedrog in de procedure, valsheid van stukken of het achterhouden van stukken door de wederpartij. Meestal zal het dus zo zijn dat er behalve geen hoger beroep, ook geen herroeping open zal staan.
Meer informatie is te vinden in het artikel over herroeping.
Advocaat nodig?
Heeft u een advocaat nodig in hoger beroep? In het strafrecht en in het bestuursrecht is dat niet het geval. In het civiel recht is een advocaat wél verplicht.
Ondanks dat er bij sommige procedures geen advocaat nodig is, is het wel vaak verstandig om wel een jurist in te schakelen bij uw zaak. Het bestuursrecht is (zeker in hoger beroep) dusdanig lastig dat het voor een leek vrijwel onmogelijk blijkt om goed zonder hulp te procederen. Voor het strafrecht geldt dit ook en is het mede gezien het grote belang dat er vaak bestaat (de mogelijkheid van een gevangenisstraf) ook niet verstandig om zelf in hoger beroep te gaan.
Hoger beroep – Conclusie
Hoger beroep is een mogelijkheid die u heeft wanneer u het niet eens bent met de uitspraak van een rechter in eerste aanleg. Er zijn wel een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat u in hoger beroep kunt, waaronder het instellen van het beroep binnen de termijn die daarvoor geldt en vaak het hebben van een minimumbelang.
In een civiele zaak is een advocaat verplicht. Hoewel u in het strafrecht en het bestuursrecht zelf de procedure kunt voeren is dit niet aan te raden gezien de complexiteit van deze procedures en de belangen die ermee gemoeid zijn. Neem daarom op tijd contact op met een advocaat of een andere jurist. Doe dat niet vlak voordat de termijn voor hoger beroep afloopt, maar doe dit zo snel als mogelijk, zodat er voldoende voorbereidingstijd overblijft en kans op een gunstige afloop zo groot mogelijk is.