Wanneer er beslag wordt gelegd bij een schuldenaar, kan deze in de problemen komen met het betalen van zijn rekeningen. Wanneer dat rekeningen voor de allernieuwste en allergrootste ultra-flatscreen-led-super-tv zijn, valt dat probleem wel mee. Wanneer het rekeningen voor basisbehoeften zijn (wonen, gas, water, elektra, voedsel), is dat probleem erg groot. Om die reden kent het Nederlandse recht een beslagvrije voet.
In dit artikel zal worden beschreven wat de beslagvrije voet precies is, hoe deze wordt berekend, wanneer er een hogere beslagvrije voet geldt en wanneer de beslagvrije voet wordt verlaagd.
Beslagvrije voet
De beslagvrije voet is een bepaald bedrag waarop geen beslag mag worden gelegd omdat de schuldenaar dan geen middelen meer zou hebben om van te leven en aan de bedelstaf zou geraken.
De beslagvrije voet is belangrijk wanneer het gaat over derdenbeslag op periodiek uit te keren bedragen. Het betreft dus beslaglegging op gelden van de schuldenaar die de schuldenaar niet zelf, maar die een ander onder zich heeft. De beslagvrije voet geldt zowel bij executoriaal beslag als bij conservatoir beslag (bewarend beslag) onder derden.
Het gaat bij derdenbeslag vaak om bankbeslag (beslag bij de bank op het saldo dat op de bankrekening staat) of om loonbeslag (beslag op nog uit te betalen loon bij de werkgever). Bij bankbeslag is er echter géén beslagvrije voet omdat het niet om een periodieke uitkering gaat. Bij loonbeslag moet wél een beslagvrije voet in aanmerking worden genomen. Het komt immers regelmatig voor dat beslaglegging ervoor zou zorgen dat iemand geen middelen meer heeft om te leven. Om die reden is een beslagvrije voet in het leven geroepen.
Hoe wordt de beslagvrije voet berekend?
Het berekenen van de beslagvrije voet is een ingewikkelde bezigheid, voornamelijk omdat er veel regels zijn waar de deurwaarder zich aan moet houden. Op internet circuleren tabellen die deurwaarders gebruiken om de beslagvrije voet vast te stellen. Deze tabellen geven echter enkel een globale indicatie en houden geen rekening met persoonlijke omstandigheden. Hierna volgen deze hoofdregels.
Bij het berekenen van de beslagvrije voet wordt gekeken naar de samenstelling van het huishouden dat iemand heeft. Zo gelden verschillende vormen van de beslagvrije voet voor alleenstaanden, alleenstaanden met kinderen en gehuwden/samenwonenden/inwonenden.
De beslagvrije voet bedraagt in de hoofdregel 90% van de bijstandsnorm die geldt voor de schuldenaar.
Hogere beslagvrije voet
Het is mogelijk dat de beslagvrije voet wordt verhoogd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer er sprake is van huurkosten en wanneer er sprake is van een bijzondere ziektekostenverzekering.
Ook de hoogte van de inkomsten van de partner van de schuldenaar kan een reden zijn om een hogere beslagvrije voet in te stellen.
Lagere beslagvrije voet
Het is ook mogelijk om de beslagvrije voet te verlagen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer de inkomsten van een partner niet worden opgegeven, terwijl de deurwaarder daar wel om heeft gevraagd. De beslagvrije voet kan dan gehalveerd worden.
De beslagvrije voet bestaat in eerste instantie niet voor een schuldenaar die niet in Nederland woont. Deze schuldenaar kan echter wel bij wijze van uitzondering de rechter vragen de beslagvrije voet wel van toepassing te laten zijn voor zijn Nederlandse schuldeisers.
Beslagvrije voet – Conclusie
De beslagvrije voet is in het leven geroepen omdat iemand een minimum aan middelen nodig heeft om te kunnen voorzien in zijn bestaan. Het berekenen van de beslagvrije voet is een ingewikkelde bezigheid, maar als hoofdregel geldt dat de beslagvrije voet 90% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm is.
Wanneer er beslag is gelegd of dreigt te worden gelegd, is het verstandig om contact op te nemen met een jurist. Doe dit zo snel mogelijk, zodat de kans op een gunstige uitkomst zo groot mogelijk is.