Wanneer bij een koopovereenkomst zowel koper als verkoper in hetzelfde land wonen is het toepasselijk recht meestal duidelijk: het recht van het land waar ze wonen is van toepassing. Wonen beiden in Nederland, dan is Nederlands recht van toepassing om bijvoorbeeld te bekijken of er sprake is van een rechtsgeldige overeenkomst of van wanprestatie.
Het wordt echter lastiger wanneer de koper in Nederland woont en de verkoper in Duitsland of wanneer de koper in Frankrijk woont en de verkoper in Nederland. Welk recht is dan van toepassing? Het Nederlandse, het Duitse, het Franse of een totaal ander recht?
Internationale overeenkomsten
Officieel is een internationale overeenkomst een overeenkomst tussen twee landen. Die terminologie wordt in dit artikel losgelaten. Wanneer er hier wordt gesproken over ‘internationale overeenkomsten’, gaat het over overeenkomsten tussen partijen die in verschillende landen zitten.
Waar de nationale wetgeving vaak al moeilijk te doorgronden blijkt te zijn, is dat nog erger met internationale overeenkomsten. Er gelden dan vaak regels die voortvloeien uit verdragen die tussen twee landen zijn gesloten of regels die gemaakt zijn door organisaties die boven de lidstaten staan (zoals de EU-verordeningen/EEX-verordeningen).
Hierna zijn de hoofdlijnen voor het toepasselijke recht bij internationale overeenkomsten te vinden. Bedenk daarbij dat op die hoofdlijnen nog steeds uitzonderingen van toepassing zijn en het is duidelijk waarom internationaal zakendoen of procederen vaak voor problemen zorgt.
Rechtskeuze in de overeenkomst (EU)
Wanneer er sprake is van internationale handel, zal dit voor een groot aantal bedrijven enkel binnen de Europese Unie plaatsvinden. Contracten die dan worden gesloten zijn onderhevig aan de Rome I verordening (andere verbintenissen vallen onder Rome II).
Daarin wordt bepaald dat de keuze van het toepasselijke recht wordt besloten door beide partijen in de overeenkomst. Beslist de Duitse verkoper dat het Duitse recht van toepassing is en stemt de Nederlandse koper daarmee in, dan geldt het Duitse recht. Voor een Nederlandse partij zal het dus meestal aan te raden zijn om in een contract op te nemen dat het Nederlandse recht van toepassing is. Uiteraard zal het meestal zo zijn dat elke partij zijn eigen recht van toepassing wil verklaren en de partij met de beste onderhandelingspositie vaak zijn zin krijgt.
Uitzondering hierop is dat het recht van een ander land van toepassing is wanneer alle andere relevante elementen plaatsvinden in dat andere land. Dit geldt echter enkel voor de dwingendrechtelijke wetsbepalingen van dat land: wetsbepalingen waar vanaf mag worden geweken door dit in een overeenkomst op te nemen zijn niet automatisch van toepassing.
Geen rechtskeuze gemaakt door partijen (EU)
Wordt er geen keuze gemaakt in de overeenkomst, dan is het nog steeds onduidelijk welk recht van toepassing is. De regel die dan geldt is afhankelijk van het soort overeenkomst dat wordt gesloten.
In het geval van een koopovereenkomst voor de koop van goederen geldt dat het recht van het land van de verkoper geldt. In het geval van een overeenkomst voor het leveren van diensten geldt het recht van het land van de dienstverlener.
Bij een aantal andere overeenkomsten gelden uitzonderingen, zo is bij de koopovereenkomst van onroerend goed het recht van het land waar dat onroerend goed gelegen is van toepassing. Ook voor bijvoorbeeld franchisecontracten, distributieovereenkomsten en veilingen gelden andere regels.
Forumkeuze – Welke rechter mag de zaak behandelen? (EU)
Behalve weten welk recht van toepassing is, is het ook belangrijk om te bekijken welke rechter bevoegd is om een bepaalde zaak te behandelen. Bij internationale overeenkomsten is de Europese verordening ‘Brussel I’ van toepassing (Brussel II is van toepassing bij familierechtelijke zaken).
In het kort houden deze Europese regels in dat de rechter uit de lidstaat waar de verweerder woont, bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. Dit geldt ook indien de verweerder niet de nationaliteit van de lidstaat heeft. Daarnaast gelden nog een aantal afwijkende regels, waaronder de regel dat bij de verkoop van goederen of diensten de rechter van de lidstaat waar ze moesten worden afgeleverd of moesten worden uitgevoerd ook jurisdictie heeft. Hiernaast kunnen de partijen zelf geldig overeenkomen dat een bepaalde rechter jurisdictie heeft.
Uiteraard zijn er binnen een bepaald land ook nog verschillen tussen de rechters en mag niet elke rechter alle zaken behandelen. Ook deze regels moeten worden gevolgd. Stel bijvoorbeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van een geschil kennis te nemen, dan kan iemand zich niet tot elke rechter wenden, aangezien elke rechter een bepaald geografisch werkgebied heeft én een bepaalde bevoegdheid in soort zaken en het belang dat speelt.
Toepasselijk recht internationale overeenkomsten (buiten EU)
Wanneer er sprake is van internationale handel buiten de Europese Unie hebben de verordeningen van de Europese Unie uiteraard geen gezag. Denk hierbij aan een overeenkomst tussen een Nederlandse koper en een Amerikaanse verkoper of een overeenkomst tussen een Zimbabwaanse koper en een Nederlandse verkoper.
Welk recht hierbij geldt en welke rechter bevoegd is, is niet gemakkelijk te zeggen: dit hangt af van de verdragen die zijn gesloten tussen deze twee landen. Zijn er geen verdragen gesloten, dan zal de rechter voor dat bepaalde geval kiezen of hij zichzelf bevoegd acht en welk recht hij toepast. De partij die zich tot de rechter wendt moet tevens in de gaten houden dat een vonnis van die rechter ook daadwerkelijk afdwingbaar is in het land van de wederpartij.
Internationale overeenkomsten en het Weens Koopverdrag 1980 (CISG)
Bij internationale overeenkomsten voor de koop van goederen, worden bovenstaande regels toegepast. Daarnaast is er een belangrijk verdrag voor de verkoop van goederen tussen bedrijven (consumentenkoop is dus uitgesloten): de CISG: de Convention on International Sale of Goods, ook wel het Weens Koopverdrag 1980 genoemd. In de CISG worden (vrijwel) alle zaken rondom de levering van goederen geregeld (en het in gebreke blijven).
De CISG is van toepassing wanneer zowel de staat van de koper als van de koper de CISG hebben ondertekend óf wanneer de regels hierboven ertoe leiden dat het recht van een bepaalde staat van toepassing is en die staat de CISG heeft ondertekend. Wanneer het Nederlandse recht van toepassing is, is ook automatisch de CISG van toepassing (Nederland is een land dat de CISG heeft ondertekend).
Om dit te voorkomen nemen veel bedrijven in hun overeenkomsten of in de algemene voorwaarden op dat het Weens Koopverdrag 1980 (of ‘de CISG’) niet van toepassing is. In een dergelijk geval is dan gewoon het recht dat via bovenstaande principes is gekozen van toepassing. Dit is gewoon mogelijk: artikel 6 van de CISG geeft aan dat uitsluiting geen probleem is.
Meer informatie hierover is te vinden in het artikel over het Weens Koopverdrag 1980 (CISG).
Toepasselijk recht internationale overeenkomsten – Conclusie
Het is vaak moeilijk om te bepalen welk recht van toepassing is op internationale overeenkomsten (in dit artikel is deze term gebruikt voor overeenkomsten tussen twee partijen uit verschillende landen/staten). Dat geldt voornamelijk voor overeenkomsten met partijen buiten de EU.
Aan te raden is sowieso om in overeenkomsten een keuze te maken voor het toepasselijke recht, een keuze te maken in welke rechter bevoegd is en de toepasselijkheid van de CISG uit te sluiten (of dat bewust niet te doen).
Zijn er problemen rondom een overeenkomst met een buitenlandse partij, dan is het, gezien de complexiteit van de materie altijd verstandig om een deskundige jurist te raadplegen. Doe dit zo snel mogelijk: hoe eerder de jurist op de hoogte is, hoe groter de kans op een gunstige uitkomst.