Wanneer iemand zijn schulden niet meer kan betalen, heeft hij een probleem. Zijn schuldeisers beginnen dan met het leggen van beslag en het kan zo zijn dat ze zijn faillissement aanvragen. Vaak ontstaat er dan een uitzichtloze situatie voor de schuldenaar, mede doordat surseance van betaling (uitstel van betaling) meestal ook geen oplossing biedt. De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (ook wel: ‘De WSNP’ of ‘De schuldsanering’) kan uitkomst bieden voor een natuurlijk persoon.
Wat is de WSNP en op wie is het van toepassing?
Als een schuldenaar zijn schulden niet meer kan betalen kan hij onder voorwaarden gebruik maken van de WSNP. De schuldenaar die van de WSNP gebruik kan maken moet wel een natuurlijk persoon zijn.
Dat wil dus zeggen dat rechtspersonen (zoals de bv en de nv) geen gebruik kunnen maken van de schuldsanering, maar natuurlijke personen (gewone burgers) kunnen dat wel. Ook de eenmanszaak en de VOF, die geen afgescheiden vermogen kennen, kunnen dus (indirect) gebruik maken van de WSNP.
Wanneer de schuldsanering van toepassing wordt verklaard, moet de schuldenaar drie jaar lang van een minimaal bedrag zien rond te komen en moet hij zijn schuldeisers zoveel mogelijk betalen. Daarna worden zijn schulden ‘gesaneerd’, de schuldenaar die zich netjes aan de regels van de schuldsanering houdt krijgt een ‘schone lei’. Dat wil zeggen dat zijn schulden niet langer opeisbaar zijn: hij kan na de schuldsanering dus een nieuwe start maken.
Ter vergelijking: Die nieuwe start zoals bij de schuldsanering kan niet worden gemaakt in het geval van een faillissement, waar de schuldeisers gewoon opnieuw hun vorderingen kunnen opeisen na afloop. Ten opzichte van het faillissement is de WSNP dus een stuk gunstiger voor de schuldenaar. De toelating tot de schuldsanering moet dus worden gezien als een gunst, niet als een straf.
Voorwaarden om in de schuldsanering te komen
Juist omdat de WSNP de gunstige bepaling kent dat er na drie jaar een schone lei wordt toegekend, zijn er een aantal strenge voorwaarden waaraan moet zijn voldaan, wil iemand in aanmerking komen voor de schuldsanering.
Zo moet voldoende aannemelijk worden gemaakt dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, dus enkel niet willen betalen is niet voldoende.
Daarnaast moet hij de vijf jaren voor de aanvraag op grond van de WSNP te goeder trouw zijn geweest, dus de schuldsanering kan niet worden uitgesproken als hij bijvoorbeeld zijn enorm dure auto heeft weggeschonken en daardoor wist dat hij in de betalingsproblemen zou komen.
Ten slotte moet voldoende aannemelijk zijn dat hij de verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van de WSNP naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk geld voor de schuldeisers te verwerven tijdens de periode dat hij in de schuldsanering zit.
De aanvraag voor de schuldsanering kan ook worden afgewezen. Dit wordt, kortweg gezegd, sowieso gedaan indien de schuldsanering reeds van toepassing is, indien de schulden het gevolg zijn van de onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf minder dan vijf jaar voor de aanvraag of indien de schuldenaar reeds een beroep heeft gedaan op de WSNP en deze op hem van toepassing is geweest minder dan tien jaar voor de nieuwe aanvraag van de schuldsanering.
Kortom: wanneer iemand zich heeft misdragen of wanneer er wordt verwacht dat hij de verplichtingen van de WSNP niet kan nakomen, zal zijn aanvraag voor de schuldsanering worden afgewezen.
Gevolgen van de toepassing van de WSNP
Zodra de schuldenaar in de schuldsanering zit, verliest hij de bevoegdheid om over de tot de boedel (zijn gehele vermogen) behorende goederen te beschikken. Aangezien de schuldsanering bedoeld is om ervoor te zorgen dat de schuldeisers zoveel mogelijk van hun vorderingen betaald krijgen, moet de schuldenaar zich dat ook ten doel stellen. Dat kan betekenen dat dure goederen (bijvoorbeeld auto’s of designmeubels) worden verkocht en dat kan zelfs betekenen dat de schuldenaar ander werk moet nemen dat beter betaalt. Ook kleiner gaan wonen kan worden gevergd van de schuldenaar die zich aan de WSNP moet houden.
Volgens de WSNP wordt een bewindvoerder aangesteld door de rechter zodra de schuldenaar in de schuldsanering zit. Deze bewindvoerder moet de boedel beheren en vereffenen (verkopen) en moet toezicht houden op de schuldenaar, om ervoor te zorgen dat die zijn verplichtingen nakomt. Een rechter-commissaris houdt toezicht op de bewindvoerder. Zodra de schuldenaar of een schuldeiser het niet eens is met de handelswijze van de bewindvoerder tijdens de schuldsanering, kan hij een beroep op de rechter-commissaris doen.
Schuldeisers moeten verder volgens de WSNP hun vorderingen indienen bij de bewindvoerder. Het kan zo zijn dat de schuldenaar hen tijdens de schuldsanering een akkoord aanbiedt met een regeling. Daar kunnen ze mee instemmen, maar ze kunnen ook weigeren. Stemmen ze niet in, dan kan de rechter-commissaris alsnog het akkoord vaststellen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Als het daarna wordt goedgekeurd door de rechtbank is het bindend voor alle schuldeisers ten aanzien van wie de schuldsanering werkt.
Einde van de WSNP
Wanneer een schuldenaar drie jaar in de schuldsanering heeft gezeten, krijgt hij zijn schone lei en zijn de schulden niet meer opeisbaar. Dit geldt voor de schuldeisers die bekend zijn, maar ook voor schuldeisers die zich niet hebben gemeld tijdens de WSNP. In bepaalde gevallen kan de rechter die de schuldsanering van toepassing verklaart ook een groter aantal jaren vaststellen, tot een maximum van vijf jaar.
De schuldsanering kan ook tussentijds eindigen. Dit is het geval wanneer alle schuldeisers die onder de regels van de WSNP vielen zijn voldaan of wanneer de schuldenaar zijn betalingen kan hervatten (en dus op de normale manier alles kan betalen).
De schuldsanering eindigt ten slotte wanneer de schuldenaar zich niet aan de regels houdt. Dit kan onder andere het geval zijn wanneer de schuldenaar zijn verplichtingen uit de WSNP niet nakomt (zoveel mogelijk geld verwerven voor de schuldeisers), hij de gang van zaken frustreert, wanneer hij bovenmatige schulden laat ontstaan of wanneer hij zijn schuldeisers probeert te benadelen. In deze gevallen is vrijwel altijd een faillissement het gevolg, waarvan de regels dus aanmerkelijk ongunstiger zijn dan die van de schuldsanering.
Schuldsanering (WSNP) – Conclusie
Zoals te zien is, is de schuldsanering geen gemakkelijke weg om van schulden af te komen. Toch is het een betere manier dan het faillissement, waarbij ook zoveel mogelijk goederen moeten worden verkocht om geld te verwerven, maar waar achteraf geen ‘schone lei’ wordt verkregen. In de schuldsanering is dit wel zo, waardoor de schuldenaar meestal na drie jaar weer een nieuwe kans krijgt.
Het is dus verstandig voor de schuldenaar om zich aan de regels van de WSNP te houden. De schuldsanering is een gunst, vooral gezien het verschil met het faillissement.
Wanneer u in de schuldsanering zit en er conflicten zijn of wanneer u een conflict hebt met iemand in de schuldsanering, kan het verstandig zijn om contact op te nemen met een jurist. Doe dit dan zo snel mogelijk: de kans op een gunstige afloop is zo het grootst.