Veel mensen hebben wel eens van de term corporate governance gehoord. Het klinkt als een mooie Engelse term, maar wat is corporate governance eigenlijk en waar hebben we het voor nodig?
Wat is corporate governance?
Corporate governance betekent letterlijk vertaald ‘ondernemingsbestuur’, het besturen van een onderneming. De gemiddelde lezer van dit artikel zal zich achter de oren krabben: een onderneming wordt toch gewoon bestuurd door een directeur, of door een raad van bestuur die de beslissingen maken? Geheel fout is dat niet. Sterker nog, dat klopt zelfs in grote lijnen.
In grotere bedrijven heeft de raad van bestuur meestal de macht in handen en beslist zij in eerste instantie welke kant de onderneming op gaat, maar zij doet dit meestal voor de beurs van de aandeelhouder. Die krijgt uiteindelijk een aandeel dat meer waard is, of hij krijgt hogere dividenden.
Er zijn echter een aantal problemen die zijn ingebakken in deze structuur. Een van de voorbeelden is de bestuurder met tegengestelde belangen. Hij zit op zijn positie om de belangen van de aandeelhouder (en van werknemers en crediteuren) te behartigen, maar wil stiekem natuurlijk liever zijn eigen belangen behartigen (lees: zijn eigen zakken vullen). Dat vindt de aandeelhouder weer geen goed idee, want elke euro die naar de bestuurder gaat, gaat niet naar hem toe.
Zo zijn er een aantal problemen die moeten worden opgelost voordat een bedrijf echt stabiel is. Er moeten zogenaamde ‘checks and balances’ zijn. Niemand mag alle macht hebben en iedereen moet worden gecontroleerd. Daar zorgt corporate governance voor.
Wat als een groot bedrijf geen (goede) corporate governance heeft?
Als een bedrijf geen of geen deugdelijke corporate governance heeft en dus niet heeft beschreven wie wie controleert en welke bevoegdheden bij welk orgaan liggen, ontstaan er gegarandeerd problemen. Er zijn hier natuurlijk een aantal mooie voorbeelden van, waarvan er hier twee genoemd zullen worden. Beiden zullen enkel ter illustratie worden besproken.
Het probleem was bijvoorbeeld in 2001 te zien bij Enron, een Amerikaans energiebedrijf waar de raad van bestuur de buitenwereld overtuigde dat het enorm goed ging met het bedrijf. Daardoor gingen de aandelenprijzen van Enron omhoog en konden ze zelf enorme bonussen opstrijken die in de miljoenen liepen (er waren managers die met veel meer dan 100 miljoen naar huis gingen). Doordat er geen deugdelijke controle (corporate governance) was konden ze hier (te) lang mee door gaan, zodat de chaos niet te overzien was toen het sprookje uit was. Enron ging failliet: 15.000 werknemers verloren hun baan bij Enron, aandeelhouders verloren meer dan 70 miljard euro en crediteuren hoopten nog iets van hun vordering terug te zien toen Enron alle bedrijfseigendommen verkocht.
Dichter bij huis hebben we bijvoorbeeld het boekhoudschandaal bij Ahold gehad. Daar werd onder andere gerommeld met de formele zeggenschap over een 50%-dochteronderneming van Ahold, US Foodservices. Ook bleek dat US Foodservices haar winst met zo’n 880 miljoen dollar had ‘overschat’. Twee topmannen moesten aftreden en werden zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk vervolgd. Ahold bestaat nog steeds, maar heeft wel een roerige tijd met een kelderende aandelenkoers achter de rug. Met deugdelijke corporate governance was dit waarschijnlijk nooit mogelijk geweest.
Afgezien van deze twee bedrijven zijn er nog veel meer schandalen geweest die te wijten zijn aan slechte corporate governance. Dan kunnen we denken aan het Italiaanse Parmalat en het Amerikaanse WorldCom (het schandaal was daar nog omvangrijker dan bij Enron!). Kortom: corporate governance is voor een grote onderneming een noodzakelijkheid.
Wat zegt de wet over corporate governance?
Echte keiharde wettelijke regelingen zijn er (nog) niet voor dit onderwerp, aangezien het voornamelijk een interne aangelegenheid voor een bedrijf is. Elk groot bedrijf heeft zijn eigen corporate governance, het is eigenlijk simpelweg een document waarin wordt beschreven wie welke bevoegdheden heeft, wie geïnformeerd moet worden over bepaalde beslissingen, hoe die beslissingen genomen moeten worden enzovoort.
In Nederland bestaat er wel een corporate governance code, de Code Tabaksblat. Daarin staan een flink aantal regels voor ondernemingen, maar die zijn slechts gedeeltelijk bindend. Ze hebben een zogenaamd comply or explain karakter. Een bedrijf moet eraan voldoen, tenzij ze uitleggen waarom ze dat niet doen. Pas toe of leg uit.
De corporate governance code gaat over alle zaken die binnen een onderneming spelen. Zowel over de machtsverdeling tussen aandeelhouders, de raad van commissarissen en de raad van bestuur, als over de salarissen die zij krijgen (en de openbaarheid daarvan) en hoe ze moeten omgaan met tegenstrijdige belangen die ze kunnen hebben.
Corporate governance – Conclusie
En dus moeten we maar vertrouwen hebben dat alles goed gaat. Er is altijd een manier om te frauderen en er zijn altijd anderen die de dupe worden van het gedrag van het bestuur van de onderneming. Hoewel een corporate governance code gezien de enorme economische consequenties haast niet verplicht gesteld kan worden, is onze Code Tabaksblat ook niet alles. De Code Tabaksblat brengt uiteraard wel enige zekerheid met zich mee, maar in de huidige pas toe of leg uit vorm geeft zij eigenlijk niet echt een stevige waarborg. Stel je voor dat het strafrecht zo was ingericht…
Verdachte: “Ja, ik mocht niet stelen, maar heb het toch gedaan omdat ik graag een mooie tv wil hebben”
Rechter: “Prima uitgelegd. Vrijgesproken!”